Zoals men wel vaker van mij gewend is, zocht ik de natuur ook deze keer op buiten de vertrouwde en veilige muren van de Tuinwijk. Ik ben de natuur op Terschelling gaan verkennen. Dat gebeurde op vrijdag 17 augustus. De heenreis ging met de zeesleepboot Holland . Die morgen moest ik vroeg uit de veren om de sneltrein van 6.53 uur naar Leeuwarden te halen want de Holland vertrok om 8.30 uur uit Harlingen. Om 8 uur was ik in Harlingen haven.
Klik op de foto's om te vergroten. Druk eerst op F11
Dan nog even lopen naar de Nieuwe Willemshaven waar de ligplaats van de Holland is. Na een paar mededelingen van de kapitein over de veiligheidsregels aan boord, toen iedereen aan boord was, werd de grote 10 cilinder Werkspoor motor gestart en gingen we met ongeveer 40 passagiers, uitgezwaaid door de achterblijvers op de kade, met een snelheid van 14 knopen per uur richting Terschelling. Op de pier bij de haven zaten tientallen aalscholvers ons na te staren.
Veel vogels
Ook op de Pollendam, de stroomgeleider naar de haven van Harlingen, zaten allerlei watervogels zoals meerkoeten, meeuwen, scholeksters en eenden. Zo voeren we de Blauwe slenk in, dat is de verbinding naar de Noordzee. Halverwege de reis werd het vogeleiland Griend aan stuurboordzijde zichtbaar waarboven honderden vogels rondvlogen die daar hun jongen groot brachten. Even later zag je Vlieland en Terschelling aan de horizon verschijnen. Na wat bochtenwerk kwamen wij in het Schuitengat waaraan de haven van West Terschelling ligt. Op de pier bij de haven werden we verwelkomd door de Terschellinger jeugd die al op de uitkijk stond.
Een aantal eilanders en vakantiegangers stond ons aan de steiger op te wachten, de binnenkomst van de Holland op Terschelling is altijd weer een bijzondere gebeurtenis. Want de Holland heeft jarenlang op Terschelling dienst gedaan als bergingsjager om hulp te bieden aan schepen die in de gevaarlijke Terschellinger gronden dreigden te stranden. Doordat de navigatiemiddelen veel beter werden is die taak voor de Holland overbodig geworden. Het schip is nu in beheer bij een stichting die de Holland in de vaart houdt en waarmee tochten gemaakt kunnen worden.
Zo ben ik dus voor de tweede keer op Terschelling en nu met schitterend weer. De eerste keer was in juni 2011. Toen stond er een harde noordwesten wind met kracht 8. Dat was ook geweldig varen, de golven sloegen zo nu en dan over het lage achterschip van de Holland en je moest zorgen droge voeten te houden. Toch was het een geweldige overtocht.
Volop zomer
Maar zo kwam ik deze keer met zomers weer op Terschelling aan. Eerst een bezoek aan het Natuurmuseum gebracht met een zeeaquarium, waarin allerlei Noordzeevissen zwemmen. Ook is er een grote collectie schelpen te zien, die je op Terschelling kunt vinden. De verzameling opgezette vogels en kleine zoogdieren geven een goede indruk van het dierenleven op Terschelling. Ook zijn er maquettes waarop je de bewegingen van eb en vloed kunt zien en de invloed die zon en maan daarop uitoefent. Na dat bezoek werd het tijd om ergens koffie te gaan drinken. Aan die gelegenheden is op Terschelling geen gebrek.
Daarna werd de echte natuur verkend. Via een bospad belandde ik op een grote voormalige strandvlakte die rijk begroeid was met wilgen, riet en bloeiende heide. Toen ik bezig was met het fotograferen van een plant, kwam ik in contact met een plantenkenner die mij wees op een paar zeer zeldzame planten, zogenaamde rode lijst soorten. Deze planten had ik nog nooit eerder gezien.
De eerste plant is de draadgentiaan, Cicendia filiformis. Het is een zeer kleine en ijl gebouwde éénjarige plant die bloeit in de tweede helft van de zomer met kleine gele bloemetjes. Op Terschelling houdt de plant stand aan de rand van een zandige schor waar een sterke kwel van zoet water is.
De tweede plant is zilt torkruid Oenanthe lachenalu. Het plantje is een schermbloemige. De derde is dwergvlas Radiola lunoides en komt samen voor met Brunel en Watermunt. Voor de plantjesliefhebbers heb ik de wetenschappelijke namen er bij gedaan.
Meer foto’s, downloaden groter formaat: Klik hier Niet de foto zelf opslaan (te klein) maar de downloadknop erboven gebruiken, of Klik Op de diaserie
Toen ik van plan was om naar het dorp terug te keren werd ik verrast door een aantal argusvlinders en een kleine parelmoervlinder. (Beide foto’s door TeunSpaans) Die had ik in jaren niet gezien. Dat waren de krenten in de pap.
Zo werd het langzamerhand tijd om terug te gaan naar de haven waar de veerboot van rederij Doeksen binnen kwam om mij weer naar Harlingen te brengen. In vergelijking met de sleepboot Holland was dit een saaie bedoening. Op de Holland mag je bijna overal een kijkje nemen zoals in de machine kamer, de stuurhut, de radiohut en de kaartenkamer, maar dat kan natuurlijk niet op de veerboot. Het was een dag om met plezier op terug te zien.
Iedereen de komende tijd veel wandel- en fietsplezier.
Luit Dijkstra